Ken je dat? Je komt van de kapper en je beste vriendin kijkt je vorsend aan. Je vraagt: “Hoe vind je het?” En ze antwoord: “Bijzonder.” Afgelopen weekend heb ik voor het eerst de Fjoertoer op Terschelling gelopen en als iemand aan me vraagt: “Hoe was het?”, ben ik geneigd om te antwoorden dat het bijzonder was. Want eerlijk gezegd was het niet geweldig, leuk, top, super of een ander bijvoeglijk naamwoord in die categorie. Maar ik wil ook niemand tekort doen. Het had denk ik meer te maken met mijn verwachtingspatroon en eigen prestaties.
Mijn verwachting
Want wat had ik dan eigenlijk verwacht? Wandelmaatje Anja en ik schreven ons in voor de Fjoertoer omdat het ons heerlijk leek om een weekendje Terschelling te doen, een leuke tocht te lopen die gelijk ook mooi in de opbouw van de training voor de Nijmeegse Vierdaagse paste. Wij zouden de route van 42 km doen. Mijn verwachting was dat we tot ongeveer 30 km gemakkelijk weg zouden wandelen. Zeker ook vanwege de mooie en afwisselende omgeving van het Terschellingse land. Daarna zou het fysiek zwaarder worden, maar dan konden we aansluiten bij de feestelijke groep van lichtjeswandelaars van de 16 en de 22 km en komen we terecht in een flow door de licht- en vuurobjecten langs de route. Dat was het idee.
Bedenkingen
De dagen daarvoor begon ik me toch wel wat zenuwachtig te maken. Ging het allemaal wel lukken? Ik had nog nooit een wandeling langer dan 30 km gemaakt en Anja had behoorlijk last van haar meniscus. Was het wel verstandig om de lange afstand te doen. Anja besloot dat we het gingen doen. Als we het tempo wat naar beneden zouden bijstellen moest het volgens haar allemaal prima gaan. “Wil je dit echt?”, vroeg ik haar. “Ja”, ze wilde dit echt. Ik wist dat ze onderweg niet zou klagen en ze was vastbesloten om er voor te gaan.
Terschelling was top. Vrijdag met de sneldienst naar de overkant en grote genieten kon beginnen. Een heerlijk hotel dicht bij de boot. Een kamer met een badkamer die ik thuis ook wel zou willen. Vooral de stortdouche was geweldig. We zaten in het lentezonnetje op een terras en gingen daarna uit eten. Veel gezellige activiteiten in de stad. De volgende ochtend ontbijt. Ik twitterde: Ontbijt met dit uitzicht. Wie heeft het?
De eerste 5 km
Daarna winkelen in West. We haalden Petra en Karin op van de boot en gingen samen lunchen. Het was super gezellig. We liepen weer terug om hun kaarten op te halen en namen afscheid. Zij liepen een andere afstand. Toen het tijd was om naar de start te gaan zag ik op mijn stappenteller dat we de eerste 5 km er al op hadden zitten.
Een stempel bij de start en daar gingen we. We liepen vooraan bij de start maar dat was natuurlijk niet handig. Wij zouden een langzaam tempo lopen dus alle 348 wandelaars moesten ons inhalen. En dat deden ze. Met gezwinde spoed gingen zij er vandoor. We liepen al snel achteraan. Na 10 km hielden we even pauze met een ander stel. Zij waren ook niet van het snelle lopen, vertelden ze. Het was een beetje stuivertje wisselen tussen ons. Soms haalden wij ze in, soms haalden zij ons in.
Heartbreak Hotel
De route was prachtig. Er zaten best wel veel onverharde stukken in, wat lastig was voor de knie van Anja. Hoe stabieler de ondergrond, hoe beter voor haar. We genoten van de tocht. Er was ons gezegd dat we uiterlijk om 9 uur bij Heartbreak Hotel moesten vertrekken, dus we maakten ons geen enkele zorgen. We kwamen daar om tien over acht aan. Het was de eerste stempelpost na de start en we zagen dat we zo ongeveer 22 km hadden gelopen. We bestelden snel een bordje patat voor wat nieuwe brandstof. Om ons heen werd alles opgeruimd. Het personeel was bezig met vegen en de Fjoertoer vrijwilligers waren al snel weg. Wij zaten daar niet op ons gemak en besloten snel door te lopen. We kregen de ‘bezemwagen’ achter ons aan. Een aardige man met hond sloot zich bij ons aan. Ondertussen werd het donker. Daar liepen we: moederziel alleen over een onverlicht pad met een man met hond bij ons. Van de weersomstuit gingen we harder lopen dan we van plan waren. Gelukkig zouden we straks op het strand aansluiten bij de 22 km-lopers.
Op het strand
Vlak voor we het strand opgingen was daar de tweede stempelpost. Ze waren blij toen ze begrepen dat wij de laatsten waren. O, dan ruimen we hier op en rijden met de paard en wagen achter jullie aan. Wat? Ze deden het nog echt ook. Alle 22 km lopers waren al lang voorbij. Daar liepen we; moederziel alleen op dat donkere strand. We deden de lichtpet op om nog iets te zien. Schuin achter ons hoorden we de huifkar. Af en toe schenen ze met een zaklamp op ons. Het humeur zakte. Zakte diep. Waar was iedereen? Had de organisatie dit niet beter kunnen plannen? We hadden met een gemiddelde snelheid van 5 km per uur gelopen en geen echte lange pauzes gehouden. Waarom hijgden ze dan in onze nek? Waar waren de lichtobjecten? Hadden ze die ook alvast opgeruimd?
Witte wieven
Heel in de verte zagen we hoog in de lucht een soort lichtcarrousel. Het leek wel een kermisattractie. We liepen en we liepen, maar kwamen maar niet dichterbij. Het humeur was al ver onder het nulpunt. Verder was er niemand meer. We hadden al ruim 32 kilometer gelopen. Bij het licht in de verte zou waarschijnlijk de plek zijn waar de 16 km lopers het strand opkomen. Dat was ook zo. Eindelijk meer mensen. Geen lopers maar vrijwilligers die rond een groot kampvuur zaten. De huifkar stopte daar. Wij liepen door, blij van het ding verlost te zijn. De carrousel bleek een installatie met witte wieven te zijn. Prachtig. Maar wij hadden er weinig oog voor. We wilden verder. Weer een donker stuk strand over.
We hadden verwacht dat er heel veel te zien zou zijn op het strand. Maar het was donker. Kilometers verder was er pas weer wat met licht te zien. Daar zagen we voor het eerst weer andere wandelaars. Maar die hadden er stevig de pas in en we raakten ze ook zo weer kwijt. Ons tempo was echt gezakt.
Nog 10 km
Opeens struikelden we bijna over een bordje dat midden op het strand gezet was. Nog 10 km, stond erop. Wat??? Volgens onze GPS hadden we al bijna 34 km gelopen en de starter vanmiddag had nog zo gezegd dat de route maar 41 km was i.p.v. 42. Gatverdamme. Wat een tegenvaller. Nog 10 km. Dat is nog twee uur en het lopen deed al best wel pijn. Mijn voeten voelden niet oké. Vooral onder mijn hiel was het pijnlijk. Ook werden mijn benen al wat stijf en voelde ik mijn grote bilspier.
Twee keer dachten we dat de volgende stempelpost in een strandpaviljoen moest zijn. We ploegden door het mulle zand naar boven, maar daar was niets. We werden doorverwezen naar het volgende strandpaviljoen. Weer niets. De strandopgang was wat lastig te vinden en zwaar door het mulle zand. We waren nog steeds alleen en er was niemand om achter aan te lopen. Uiteindelijk kwamen we toch bij de Reddingsbrigade aan. Daar was het feest! Drank en muziek en blije mensen. Prachtige lichtobjecten waar we amper meer van konden genieten. Even zitten en weer door. Lekkere cranberrycake kregen we trouwens. Die energieboost was wel nodig.
Vanaf de reddingsbrigade liepen we onder de mensen. Beter. Mensen die wel allemaal harder liepen dan wij. Geweldige objecten stonden op de route. Muziek en vuur. Maar wij liepen alleen nog maar. Verstand op nul en lopen. Inmiddels kregen we namelijk steeds meer door dat we moesten doorstappen om binnen de tijd binnen te zijn. Half twee zou de stempelpost bij de finish sluiten.
De kilometers gingen langzaam voorbij. Uiteindelijk na 44,5 km wandelen liepen we op de rode loper. Het was tien voor half 2 toen we onder het finishbord doorgingen. Anja kon er nog een vreugdesprong voor de foto uitgooien, ik was niet meer in staat om er een glimlach uit te persen.
Klaar, gefinisht, gehaald.
En de teleurstelling toen de – zo’n stuk voor gelopen – medaille geen medaille bleek te zijn maar een lelijke speld….. We vonden een plekje op een terras. Zitten. Pfffff. Wat? Geen terrasbediening? Ik wil niet meer lopen.
Het aardige stel naast ons bood aan om ons naar ons hotel te brengen. Dat konden we natuurlijk niet afslaan. Dan maar geen drankje op het terras. En zo kon het dat ik om kwart voor twee op mijn hotelkamer mijn schoenen uittrok en de schade opnam. Toen een warm bad, 2 paracetamols en slapen maar.
Het was een ‘bijzondere’ Fjoertoer.
De Fjoertoer Terschelling is een wandeltocht waar heel veel mensen, heel veel plezier aan beleven. Ik vond een YouTube filmpje waar je uitstekend de sfeer kunt proeven.
Wat jammer dat het zo tegenviel. Vorig jaar liep ik de 22 km en merkte toen ook dat het spectakel pas aan het eind van de route zit. In Egmond hebben ze het meer verdeeld over de route, dat motiveert meer.
Zijn de voeten inmiddels weer een beetje hersteld?
Voeten zagen er erger uit dan het was. Alleen nog dagen hete voeten gehad. Gelukkig heb ik heel veel tips gehad om het te voorkomen.
De Fjoertoer Terschelling is wel gewoon een hele leuke tocht. Ik had alleen een verkeerd verwachtingspatroon, denk ik. Ik had meer verwacht gedurende de hele route.
Hoi Breg, knap dat jullie het gedaan en gehaald hebben. Gefeliciteerd! Hilarisch dat de bezemwagen een huifkar was! De 4 dagen van Nijmegen zijn nagenoeg alleen op verharde wegen en paden, de bezemwagen is een comfortabel busje, medische bijstand op motors en…. de Wedren waar je finisht is 4 dagen lang de mooiste plek op aarde nadat je weer 40 km ervaring en herinneringen aan je leven hebt toegevoegd. Laat dat een troost zijn :-)
haha, overbodige info dat de bezemwagen een comfortabel busje is. Daar ga ik natuurlijk nooit in zitten. :-)
Een bijzonder leuk verslag en je weet nu hoe bijzonder (moeilijk/zwaar/leuk) 40 km. kan zijn. In Nijmegen zul in ieder geval je nooit met z’n tweetjes alleen lopen ;-), daar zul je eerder ‘moe’ worden van alle drukte om je heen.
Des te meer bewondering heb ik gekregen voor jouw 56 km #loopnaarjewerkdag. En dat helemaal in je eentje, in een weinig inspirerende omgeving. Dan hadden wij eigenlijk een makkie, want de Fjoertoer is echt een prachtige tocht. :-)
Jammer om te lezen dat het door verwachtingspatroon tegenviel, maar ik me dan wel aan stoor dat mensen van de organisatie nooit zo op mogen stellen dat de wandelaars zich opgejaagd voelen. Iedere wandelaar heeft recht op haar of zijn rust. Rust is heel belangrijk, pak je te weinig rust kan het je later opbreken en als het tegenzit blessures. Knap dat jullie het gehaald hebben. Hoe heeft de meniscus van Anja gereageerd op deze tocht?
Hoi Wilfried, dank voor je begripvolle berichtje. De meniscus van Anja maakte het naar omstandigheden wel oké, de volgende ochtend. Naar omstandigheden dan. Het is goed dat de Nijmeegse vierdaagse pas over 101 dagen is.
Hoi Bregje, weer een mooi verslag, in Egmond begint het na 2 km met de beeldhouwer en als laatste een vuur voor de boulevard van Egmond aan zee.bij de aankomst.