Hoezo blaren? Ik heb nooit blaren.

Datum:  4-2-2020
Afstand afgelegd volgens de gids:  24 km
Het weer:  Bewolkt, 15 graden, weinig wind.

Vier jaar lang heb ik geen blaar gehad. Ik heb goed ingelopen schoenen, wat heet, ik heb mijn oude vertrouwde Berghen schoenen aan waarin ik nog nooit problemen mee heb gehad. Hoe kan het, hoe kan het, dat nu ik voor het eerst in vier jaar heb besloten om mijn voetreparatie-kitje thuis te laten, dat ik voetproblemen krijg? Ik baal zo erg. Eerste dag en pijnlijke voeten. Maar voor ik daar helemaal los over ga, eerst even hoe de dag begon.

Hostel

Het is een uur vroeger in Portugal. Mijn wekker ging om 8 uur, maar het was zo verdacht stil in het hostel dat ik in bed mijn telefoon checkte. Leuk! Mijn Facebookbericht was er al uit en er waren al heel veel reacties. Super, wat leuk wakker worden! Snel hier en daar wat antwoorden, om vervolgens aan te kleden en in een totaal verlaten keuken een ontbijtje te doen. Alle jongelui lagen nog plat, na het avondje stappen gister. Dat doen ze hier elke avond. Het zal je baan maar zijn om je gasten elke avond mee uit te nemen.

Wel een superleuk hostel. Ze proberen echt om alle gasten met elkaar in contact te brengen. Vandaar de gezamenlijke maaltijd, waar je een donatie voor in een busje kan doen. Heerlijk gegeten overigens. Rijst met een prutje.

Nu stonden in de keuken witte broodjes klaar. Niet echt mijn ding, zeker niet met jam en honing. Maar gelukkig had ik wat van de bivakpakketten van mijn zoon mee en kon ik een broodje met tonijn paté smeren.

Inpakken

Ik had best wat tijd nodig om mijn rugzak weer in te pakken. Ik moest de spullen die ik tot nu apart had in een tweede tas, zoals mijn laptop, in mijn rugzak zien te krijgen, zonder dat hij meteen zou sneuvelen. Ik weet van al mijn vorige reizen dat het even wennen is, maar dat het inpakken gedurende de reis steeds gemakkelijker en sneller gaat.

Kathedraal

Ruim over negenen stond ik bij de kathedraal en haalde mijn credential op. Ik maakte een promotievideo voor de Fiets en Wandelbeurs en toen ging ik echt onderweg. Het was ondertussen al bijna tien uur geworden.

De eerste pijlen bij de Kathedraal van Porto.

Porto

Zo fijn om vanaf de kathedraal door Porto te lopen. Zo ga je langzaam onderweg. Porto is prachtig en ik genoot van het wandelen langs de rivier de Douro. Eenmaal langs het water is de route overduidelijk. Pijlen staan er niet, je hoeft alleen maar het water aan je linkerhand te houden. Het is heel gemakkelijk wandelen., over de boulevards of over brede trottoirs.

Langs de rivier de Douro.

Ontmoetingen

John, de Ierse pelgrim die ik de avond ervoor had ontmoet en met wie het goed bier drinken was, had het hostel al ruim voor achten verlaten. Hij wilde kilometers maken omdat hij binnen negen dagen in Santiago wil arriveren. Hij had een telefoonnummer voor me achtergelaten en toen ik na 12 kilometer een stop had met koffie en een broodje, stuurde ik hem een appje. Hij stuurde een locatie terug. Hij was hemelsbreed nog geen 2 km van me verwijderd., maar ver van de route af.  Nadat ik hem eens goed had uitgelachen, ging ik weer op pad.

Ik bereikte het strand. Ik had ondertussen zere, brandende voeten gekregen. Onder aan de bal van mijn voet begon het heel pijnlijk te worden. Ik had nieuwe merinowollen sokken aan, maar het voelde helemaal niet goed. Ik zocht een plekje uit op een betonnen blok, keerde mijn rugzak om een ander paar sokken te vinden, en zat net met mijn voeten bloot toen er een man op me afkwam, me vrolijk groette en naast me kwam zitten. Ik keek verstoort op. Huh, het was John. Ik kon niet ophouden met lachen. Hoezo kilometers maken?

Naar Vila do Conde

Nieuwe sokken aan en samen liepen we verder. John wilde perse het plaatsje Vila do Conde halen. Hij had een imbeciel ambitieus plan om in twee dagen lopen bij Albergue Casa da Fernanda te komen. Ik wilde daar ook overnachten (dank je voor de tip Petra) maar had berekend dat ik het in drie dagen ging doen. Enfin, we liepen gezellig samen op, maar mijn voeten gingen steeds meer pijn doen en John ging ook niet helemaal lekker meer. Om de beurt stelden we voor om te stoppen voor koffie, een broodje, een biertje. Dat schoot natuurlijk helemaal niet op.

Labruge

Bij het derde koffietentje deed ik mijn schoenen uit en voelde onder aan mijn voetzolen. Pijnlijk. Daar ging een dikke blaar ontstaan. Ik besloot niet veel verder te lopen en de bij de eerste albergue te stoppen. Ik pakte mijn boekje en Google Maps. Nog 3,5 km tot albergue São Tiago de Labruge. John hoefde ook niet lang na te denken. Ook hij was klaar voor vandaag.

Laatste kilometers

De laatste kilometers waren killing. Hoewel we door een schitterend en fotogeniek vissersdorpje liepen, wilde ik er alleen maar zijn. Ik voelde de blaar groeien en groeien. Vlak voordat we er waren, kwamen we de eerste andere pelgrim tegen. Een dikke vrouw, die zich langzaam voortbewoog. We maakten een praatje. Ook zij was op weg naar dezelfde albergue. Omdat zo’n verschillend tempo hadden, zeiden we gedag en liepen door. We sleepten onszelf naar de albergue. Als een kind vroeg John om de zoveel honderd meter: “Hoe ver is het nog?”

Albergue São Tiago de Labruge

We werden super vriendelijk ontvangen in de herberg. We waren de enige pelgrims. Er was een keuken, een slaapzaal met 8 bedden. Op de bedden een kussen en een deken, en er lagen nog wat extra dekens op een stoel. Over het matras zat een plastic hoes. Voor mij geen probleem, want ik heb mijn slaapzak. Maar voor John, die verder geen beddengoed bij zich heeft, toch wat lastig. De douches zijn top en de apotheek dichtbij.

Apotheek

Bij de apotheek kocht ik Compeed en leukoplast. Ik besloot de volgende morgen te kijken wat het best zou zijn. De blaar had zich eigenlijk niet echt ontwikkeld, maar het voelde alsof hij wel van plan was om fors te groeien. De apotheker had trouwens een fijn advies: de volgende keer moest ik een draad en naald meenemen, door de blaar heen prikken, schoonmaken met Betadine, en dan de draad laten zitten. Ik zou dan geen pijn meer hebben. Ik knikt braaf ja, bedankte hem voor dit fijne advies en nam afscheid.

John vond ik teug in het enige café van het dorp, waar alle mannen een natuurfilm zaten te kijken. Een echte, met anemonen en vissen enzo.

Kirsten

Inmiddels was de andere pelgrim ook gearriveerd. Kirsten komt uit Duitsland en loopt de camino op haar eigen tempo. Ze heeft een hele zak wandelwol bij zich en geeft me wat voor mijn voeten. Ik trek mijn sneakers aan met de wandelwol onder mijn voeten en dat voelt als een opluchting. Vrij gemakkelijk loop ik de anderhalve kilometer naar een fijn restaurantje, samen met John en Kirsten. We hebben een gezellig diner.

Ik ben benieuwd hoe mijn voeten morgenochtend aanvoelen. Spannend.

Slapen:

In het plaatsje Labruge ligt de albergue São Tiago de Labruge. Het heeft in totaal 18 bedden en is schoon en vriendelijk. Zoals vele huizen in Portugal heeft het geen verwarming. Het is er dus best koud nu. De douches zijn heerlijk warm. De prijs is donativo, wat betekent dat je schenkt wat je kunt missen.

Eten:

We hebben gegeten in een restaurantje waarvan ik de naam niet heb opgeslagen. (volgende keer let ik beter op) Het ligt an het strand en je komt er langs als je naar de albergue toe loopt. Prima gegeten. Niet echt speciaal. Totale kosten: ongeveer 15 euro voor: voorgerecht, hoofdgerecht, drank en koffie.

Albergue São Tiago de Labruge
flavicon wandelvrouw